Ik ging een stukje schrijven over deze 'ham'. Jammer dat ik aanhalingstekens moet gebruiken, want het is zo'n platte manier om te laten zien dat het helemaal geen ham is, maar ik kan het echt niet over mijn hart verkrijgen dit product van de voedselfraudeindustrie ham te noemen.
Deze 'delicatesse', dat lef hebben ze ook ook nog, bestaat uit aan elkaar geplakte stukjes vlees die bij de argeloze koper de indruk moeten wekken dat het hier om echte ham gaat.
Als je de verpakking omdraait lees je ineens, "hamdelen, samengevoegd en gegaard". Hamdelen? Ik snap er weer helemaal niks van. Ik weet niet beter dan dat ham een deel is van de achterhand van een varken dat door koken of roken ham wordt. Voor dat proces heet het geen ham en is het geen ham. Dus kennelijk wordt hier gewerkt met separatorvlees dat tot een geheel wordt geplakt, in een vorm wordt geperst en daarna wordt 'gegaard'. Kennelijk - tja, dit stukje hangt van aannames aan elkaar - wordt het dus niet gekookt. Maar, van onze wetgever mag het kennelijk wel ham heten. Fijn voor de vleesindustrie, maar toch wat raar dat de consument van de wetgever voor citroenen mag betalen, maar knollen krijgt.
Voor alle duidelijkheid en hopelijk ten overvloede, schouderham is geen ham. Ter hoogte van de achterhand van het varken treffen we namelijk geen schouders aan - varkens lijken ook in dat opzicht op mensen. Dus schouderham is een opzichtige manier om van goedkoop vlees een product te maken waar je als slager of grutter meer aan kunt verdienen.
Het is overigens maar een voorbeeld. Toen ik dit stukje schreef zocht ik nog wat aanvullende informatie. Zo wilde ik weten wat eigenlijk de wettelijke eisen zijn die worden gesteld aan de benaming 'achterham'. Helaas ben ik daar niet achter gekomen, maar zoals wel vaker leidde deze zoektocht tot wat ongezochte vondsten. Zoals de Yakult-affaire, maar daarover later meer. De grap is wel dat deze affaire wat licht doet schijnen op de manier waarop de warenwetgeving tot stand komt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten