maandag 28 november 2011

Oogstverwerking met de stoomextractor

"Oogstverwerking met de stoomextractor"... kijk, zulke teksten wil ik schrijven. Dat is toch helemaal recht tussen de ogen. Dan ben je als mens met serieuze zaken bezig in de keuken, waarbij alle andere kookwerkzaamheden verschrompelen tot een soort zielig gefröbel. Tot het inlijsten van borduurseltjes van Marjoleine Bastin in een IKEA-lijstje.

"Oogstverwerking" dat riekt naar biceps, naar felrealistische DDR-KUNST (Spreek uit: Koenst) en die stoomextractor verhoudt zicht tot de Magimix als een John Deere tot een Toyota Aygo. En dan weet je het wel.

Het erge is dat ik het allemaal nog meen ook, vandaar de afwezigheid van - sowieso altijd lullige - emoticons. Het zal wel een mannenafwijking zijn, maar wat is daar op tegen. Okay, in onze pogingen om via de stoomextractie de mensheid van een gewisse ondergang te redden, ziet de keuken er ineens uit als of er iets is ontploft en uiteraard kan je van een Dorus Rijker-achtig type niet verwachten dat hij zoiets nuffigs gaat doen als opruimen en schoonmaken. Die wil na zijn zegenrijke arbeid een mooie bel geestrijk vocht bij een knappend vuur.

Resultaat irrelevant
Het is misschien allemaal zelfs wel erg zen en dat is dan weer een beetje jammer, want dat riekt weer naar Happinezz.. maar wat ik bedoel is dat het resultaat van de oogstverwerking totaal irrelevant is. Ergens achter de einder vermoeden we een nobel vruchtendestillaat, maar dan moeten we eerst een geslaagde vruchtenwijn produceren en dat ziet er na een paar weken toch echt uit als condensaat van de verzamelde urine uit een tehuis voor oud-zeelieden, met geelgroezelige eilandjes van onduidelijke samenstelling aan de oppervlakte. Overigens vereist de opwerking van wijn tot destillaat een destilleerketel en in dit land krijg je eerder een vergunning voor bezit van een raketwerper dan voor een destilleerketel, want stel je voor dat je de schatkist een paar euro aan accijns onthoudt. Anders gezegd de fles met waterslot - ook zoiets - met haar dreigende inhoud, blijft lang in een hoekje staan.

Enfin, ik heb nu wel genoeg gedaan aan zelfbeschadiging. En misschien is het wel reeds te laat, maar ik wil toch wel een lans breken voor het zelf brouwen van bier, wijn en komboecha (niet dat ik weet wat het is). Het is en blijft een redelijke onschuldige bezigheid en het vereist de aanschaf van leuke en soms heel goedkope spullen waarvan je het bestaan nooit had vermoed, maar waarvan je instinctief aanvoelt dat je ze geen seconde langer kunt ontberen. Zodoende raad ik iedereen (ook partners op zoek naar een cadeau voor een partner) een virtueel bezoek aan de Brouwmarkt aan.

Rapid steel Hyperdrill
Minstens zo leuk is een bezoek aan Vuur en Rook. Daar vond ik deze kookketel/veldkeuken. Typisch weer zoiets waarvan je meteen weet dat je er niet buiten kunt als je buiten woont. En dat voor maar €149,95. Ze verkopen er ook ribbenspreiders, varkenshaken en schietmaskers. Misschien geen zaken die je dagelijks nodig hebt, maar een Rapid steel Hyperdrill van F. Dick om je messen te slijpen is toch wel heel handig en nog nuttig ook.

Tot zover de decemberkooptips van de firma MijnKoeJouwKoe en nee, we hebben geen financiële belangen in een van de genoemde zaken.

vrijdag 18 november 2011

Vleesboeken

Om een beetje bij te blijven, lees ik zo af en toe een boek. De afgelopen periode las ik bijvoorbeeld “Over Worst” en “Handboek voor de Perfecte Steak”.

Worstflessers
Het boek “Over Worst” heb ik speciaal aangeschaft omdat we onze zoektocht naar de perfecte worst zeer serieus nemen. Het boek kan worden gezien als een praktische handleiding om te leren hoe je worsten moet maken en het beslaat zowat het hele spectrum, van verse worst via gare, gefermenteerde, gerookte en vegetarische worsten en alles in heel veel varianten. Daarnaast omvat het een supermarktgids. Dat laatste maakt dat het een boek is met een houdbaarheidsdatum die mogelijk korter is dan die van sommige worsten.

Dat lijkt mij niet zo handig. Wat ik evenmin handig vind is dat op ongeveer elke pagina een poging wordt gedaan om lollig te zijn. Die lolligheid is zelden geestig te noemen, maar dat kan aan mij liggen. Ik denk echter dat zelfs de meest geharde studentikoze kroeghanger na 244 pagina’s en een veelvoud aan lolligheden van het kaliber “Worstflessers” of “Films waarin je een woord in de titel kunt vervangen door worst” (“The Texas Sausage Massacre”; “Edward Sausagehands”), last krijgt van lolligheidsmoeheid.

Favoriete steak
Veel vrolijker werden wij van Handboek voor de perfecte steak. Evenals het worstenboek en ‘typisch mannenboek’, maar prettig leesbaar, mooi uitgegeven en naast veel informatie over koeien, snits, boeren, materialen, adressen, basics ook persoonlijke ontboezemingen van mensen als Johannes van Dam en Felix Witbrink met betrekking tot hun favoriete steak en een reeks aantrekkelijke recepten.

Auteur Marcus Polman heeft voor zijn boek de halve wereld afgereisd, bezocht onder andere beroemde steakhouses in New York, maar ook treffen we een van onze eigen favorieten in het boek aan, slager Bert Vlot uit Ottoland.

Jammer alleen dat de steaks van oude koeien niet aan bod komt* en verder had het van ons een heel stuk dikker mogen zijn, maar dat mag worden gezien als een aanbeveling.

Handboek voor de perfecte steak
Marcus Polman
Fontaine Uitgevers ISBN 978 90 5956 408 4

Over Worst
Meneer Wateetons & Sjoerd Mulder
Dutch Media Uitgevers ISBN 978 90 488 0991 2



*De auteur ziet het zelf ook als een omissie en wil dat graag in een volgende editie - met onze hulp - goedmaken.

donderdag 17 november 2011

Koeienbeha

Elk jaar slaag ik er weer in om te laat te zijn met sloten. Ergens begin november moet je klaar zijn voor de schouw, want anders krijg je een herschouw en eventueel een boete. Soms ben ik nog maar nauwelijks begonnen met sloten, andere jaren staat er nog maar een heel klein plukje rietsigaren. Zoals nu.

Maar ter verdediging mag ik aanvoeren dat ik de rest van de winter doorga om dat ik diepe sloten wil, waar wat in kan leven. En ik doe alles met de hand. Behoorlijk zwaar werk, maar veel leuker dan zweten in een sportschool lijkt me.

Het nieuwe baggernetje
Dit jaar moet ik helaas mijn baggerbeugel opknappen. Mijn baggernet bestond uit een oude koeienbeha, ooit gekregen van mijn gerespecteerde buurman. Helaas zit dat ding na vijftien jaar vol gaten. Sommigen vinden dat soort beha's wellicht erotiserend, maar ik associeer zulke spullen altijd met amputaties en misvormingen en daar heb ik niks mee.

Toch stemt het een beetje weemoedig om afscheid te nemen van een gift van een prettig mens, want dat was mijn buurman. Aan de andere kant, als straks mijn baggerbeugel weer helemaal doet wat hij moet doen, zonder dat bij elke trek driekwart weer terug in de sloot stroomt, dan geeft dat ook wel voldoening.

dinsdag 15 november 2011

Pleidooi voor vet

Gisteren de lekkerste rode kool ooit gemaakt. Nou ja, laat ik bescheiden blijven: niet op wereldschaal of nationaal, zelfs niet regionaal, maar op de schaal van Lex. Eigenlijk was het allemaal weer heel simpel. Ik heb alles precies zo gedaan als ik altijd al deed, alleen gebruikte ik in plaats van boter schmalz of te wel kippenvet.

Dat vet had ik zelf gewonnen toen ik soep maakte van twee van mijn haantjes. Ik had in een bouillonrecept gelezen dat het handig is om kip voor te bruinen in de oven en daarbij het vet op te vangen, dat te filteren en te bewaren in een potje voor later gebruik. Het voordeel is dat je dan de bouillon niet eindeloos hoeft te ontvetten, het levert je mooi vet op voor braaddoeleinden en het is lekker duurzaam.

In de joodse keuken staat kippenvet bekend als schmalz en er kan weinig tegenop. Het maakt de rode kool in elk geval stukken lekkerder dan normaal.

Het toeval wilde dat ik dit weekend van een goede vriend een potje Gänseschmaus kreeg. Dat is ganzenvet met kaantjes en lijkt daarmee erg op Sschweineschmalz met kaantjes (Grieben in het Duits). We kennen Schmalz in Nederland wel als reuzel, maar erg populair is het hier niet. Duitsers eten het graag bij de borrel op een snee van dat zware Duitse brood. En ik kan het iedereen aanraden. Denk maar eens aan al die suiker die je ongemerkt binnenkrijgt als je de volgende keer in Duitsland bent en bestel Brot mit Schmalz voor naast de witte wein of bij het bier. We moeten maar een af van die idiote vetfobie.

maandag 14 november 2011

Ach, wetenschap...

Vorige week had ik een soort van aanvaring met ene Lars Charas, die met veel aplomb dingen beweert die mij volkomen onzin lijken. Zo noemt hij dierenwelzijn een erg Nederlandse discussie en dus niet relevant als het gaat om duurzaamheid.

Verder is hij zeer uitgesproken in zijn mening dat rundvlees slecht is en kippenvlees veel en veel beter. Zo zou het onder andere veel beter zijn op gebied van water- en energieverbruik. Uiteraard is de baarlijke onzin en het product van oversimplificatie. Koeien in natte polders die nauwelijks worden bijgevoerd en die geen soja consumeren, scoren op die gebieden eerder beter dan slechter dan (scharrel)kippen.

Maar dat is nooit onderzocht
Ik liet de heer Charas weten dat hij appels met peren vergelijkt omdat er nogal wat verschil is tussen de ene koe en de andere. De heer Charas antwoordde, met nauwelijks verholen dedain, dat mijn oprisping gekleurd was door mijn economische belangen... In elk geval bleek hij niet van zins zijn Olympus te verlaten om inhoudelijk op mijn argumenten in te gaan. Zijn enige inhoudelijke argument kwam erop neer dat hij mensen kende die het met hem eens waren.

Vandaag stond meneer Charas weer in Trouw. Wederom tenenkrommend en je vraagt je af hoe een zichzelf respecterende krant er toe komt een dergelijke charlatan aan het woord te laten. Dit keer beweert de beste man van alles over paddenstoelen en dat biedt wederom een onthutsend kijkje in 's mans psyche. Zo beweert hij met veel aplomb dat wilde paddenstoelen vol van smaak zijn en een stevige beet hebben. Hij vermoedt dat dat samenhangt met de eiwitten, 'maar dat is nooit onderzocht'. Verder komt hij met een recept met kaas. Uiteraard moeten we geen koeienkaas nemen, maar geitenkaas. Waarom zegt hij er niet bij, maar hij geeft wel aan dat voor kaas hetzelfde geldt als voor vlees...

Gelukkig bestaat China
Hij kan het ook niet laten iets te roepen over voedselveiligheid. Zo geeft hij aan dat sommige producten niet meer mogen als we ze lang de huidige wetenschappelijke meetlat leggen. Maar veel producten eten we al eeuwen en 'Voedselveiligheid is het best gewaarborgd binnen traditionele eetculturen...' Nadere uitleg is kennelijk overbodig, maar ik kan er geen touw aan vastknopen..

Nog niet genoeg? Als je noten, paddenstoelen en peulvruchten eet heb je geen vlees nodig, mits je ze in een goede mix verwerkt, volgens Charas. 'Hoe die [mix] er precies uitziet, weet  niemand. Er is nauwelijks onderzoek naar gedaan.' En tenslotte blijkt er in Bhutan een op wilde paddenstoelen geënte economie te bestaan. 'Helaas is er in de westerse wereld onvoldoende vraag naar. Maar gelukkig bestaat China..' Het kan allemaal de schuld van de journalist zijn of van de redactie, dat deze meneer zo vaag uit de hoek komt. Maar, mijn mailcorrespondentie doet echter vermoeden dat de journalist in kwestie een zware dobber heeft gehad aan deze persoon.

Helaas word ik weer ernstig aan het twijfelen gebracht als ik pagina 6 en 7 van het zelfde katern lees. Twee volle pagina's over ene Lynne McTaggart, met als kop 'Wetenschap is ook maar een verhaal'. Ze schreef een boek 'over de gevaren van kindervaccinatie' en een handboek over alternatieve manieren om kanker te bestrijden. Tja, denk ik dan, gras eten, Jomanda? Treurig Trouw.


Steun uit onverwachte hoek

Vanmorgen had ik nog zó gezegd, dat Jeder Konsekwenz zum Teufel führt, maar een beetje consequent is soms toch wel prettig voor de helderheid. Zoals in het geval van dierenwelzijn en consumentenvoorlichting.

Vleesmagazine twitterde bijvoorbeeld opgetogen dat Iers vlees gewild is in Nederland. Ze hadden er een heel artikel aan gewijd. In het artikel staat onder meer het volgende, "Onderzoek wijst uit dat het vlees door de Nederlandse consument niet alleen wordt gewaardeerd vanwege de smaak en malsheid, maar ook vanwege het ‘groene’ karakter. De Ierse runderen lopen vrijwel het hele jaar buiten, bovendien hebben de Ierse rundveehouders veel geïnvesteerd in dierenwelzijn en duurzaamheid."

Dat er veel is geïnvesteerd in dierenwelzijn moet blijken uit het feit dat het vlees de felbegeerde ster heeft van ons aller Dierenbescherming. Felbegeerd en buiten bereik van Nederlandse rundveehouders. Niet omdat hun dieren het slechter hebben - soms het tegendeel - maar omdat de schaalgrootte niet past in de systematiek, de bureaucratie, de...

Akelig detail
Een bijkomend, maar akelig detail is dat de Ierse dieren wel een ster krijgen, maar hem vaak niet verdienen. Dat was me ooit verteld door een Nederlandse boer die hoog en laag heeft gesprongen en hemel en aarde heeft bewogen om voor hun eigen vlees toch minimaal een ster te krijgen terwijl twee of drie meer in de rede liggen.

De boerin vertelde me dat de Ierse runderen vaak lange transporten moeten doorstaan en in veel gevallen op roosters liggen. Daarmee voldoen de bedrijven niet aan de eigen normen van de Dierenbescherming. Het probleem was natuurlijk dat mijn informant partij is in deze kwestie en ik het niet kon controleren. Vanmorgen echter kwam er steun uit onverwachte hoek.

De firma Groothedde levert namelijk Iers sterrenvlees en is daar schaamteloos trots op. Maar ze geven ook een onverwacht kijkje in de keuken. Zo staat op hun site te lezen:

Voor de gek gehouden
"Waar nodig zullen nog verbeteringen worden doorgevoerd. Dat is bijvoorbeeld het geval bij enkele stallen die nog niet zo lang geleden verbouwd zijn en nog geen gedeeltelijke dichte vloer voor het liggedeelte hebben. De veehouders worden geïnformeerd over het belang hiervan in het kader van dierenwelzijn. Dit zijn zaken die bij een eerstvolgende verbouwing worden aangepakt. De toeleveranciers hebben zwart op wit verklaard de nodige inspanningen te zullen verrichten om alles binnen de gestelde termijn op orde te krijgen. En daar wordt streng op toegezien.

Kort samengevat, ze delen ook sterren uit voor vlees dat niet aan de eisen voldoet. We worden dus domweg voor de gek gehouden door de firma Groothedde.

Gelukkig voor Groothedde en AH en de Dierenbescherming twijfelt niemand aan de Dierenbescherming en leidt zo'n ster tot een goed gevoel bij de koper. Weet hij of zij veel dat in geval van Iers rundvlees de runderen op veelal op metalen roosters moeten liggen en dat in geval van kippen met één of met twee sterren de snavels worden afgeknipt. Groothedde en AH krijgen zo een mooi concurrentievoordeel. Met dank aan de Dierenbescherming en de Nederlandse boer die zijn dieren stukken beter verzorgt dan verschillende Ierse boeren, wordt zo op achterstand gezet, ook door Vleesmagazine dat voorhoudt dat het net zo weinig van de materie af weet als de gemiddelde consument.

En misschien heeft de voorkeur van de consument voor Iers rundvlees wel veel meer te maken met de voorkeur van AH voor Iers rundvlees dan met zaken als smaak en duurzaamheid.

maandag 7 november 2011

Appels & Peren & Kippen & Koeien

Het is vaak lekker je te wentelen in je eigen gelijk, om op een novemberige maandagmorgen te beginnen aan een krantenartikel waarmee je het bij voorbaat eens bent. Minder leuk dus als dat feestje wordt bedorven omdat de auteur wat gemakzuchtige stellingen poneert, die kant nog wal raken en waarbij de ene na de andere appel met een willekeurige peer wordt vergeleken...

Mijn chagrijn betreft een stuk in Trouw van vandaag, 7 november 2011. Het gaat over hergebruik van voedsel, over smullen van kliekjes. Dat laatste heb ik uiteraard gecursiveerd omdat ik dat haast net zo erg vind als de uitdrukking yummie voor iets dat lekker is. Ik ben erg voor zelf koken en ik vind hergebruik van restjes culinaire creativiteit in optima forma. Zodoende - maar ook om de smaak - ben ik een liefhebber van knödel. Maar dan komt het...

Dierenwelzijn in Pyonyang
De auteur in kwestie vindt dierenwelzijn een wel "erg Nederlandse discussie". So what, denk ik dan, moet het besef dat dierenwelzijn van dieren belangrijk is eerst zijn doorgedrongen tot in Pyongyang voordat het een relevant onderwerp wordt?

Daarnaast pleit hij voor fond als smaakmaker in een vegetarische soep om deze een echte vleessmaak te geven. Ik werk zelf graag met fond, maar wat er duurzaam aan is, ontgaat me. Als je soep wilt met een echte vleessmaak, kan je beter gewoon beginnen met een vlees- of kippenbouillon in plaats van eerst een bouillon te maken, deze in te dikken en die dan weer te verdunnen.

Maar het wordt nog erger. Zo plaatst hij een terloopse opmerking over de duurzaamheid van rundvlees. "Rundvlees heeft een zeer slechte ecologische voetafdruk. Het kost veel energie, water en ruimte." "De ecologische voetafdruk" [van kippen] "is een stuk gunstiger: 40% van die van rundvlees." Is dat nu ineens ongeacht of het biologische kippen, scharrelkippen of kooikippen zijn? Waarvan bij de laatste twee standaard de snavel wordt afgeknipt of gebrand, maar goed, dat was geen thema in zijn betoog, want te Hollands.

Dan liever een vinexwijk
Op gebied van ruimte scoren kippen inderdaad super, met 15 tot 17 kip per vierkante meter. Daar kan geen koe tegenop. Ik vraag me wel af of het vanuit een duurzaamheidsperpectief echt heel erg is dat er koeien rondwandelen in gebieden die niet voor akkerbouw geschikt zijn. Inderdaad, je kan daar ook een megastal voor kippen neer te zetten, een vinexwijk of een bedrijventerrein.

Nederlandse koeien, veelal in natte polders, verbruiken vast heel veel water, maar of dat erg is. Daarnaast zijn er koeien die nauwelijks of niet worden bijgevoerd en als ze worden bijgevoerd, dan niet met graan of soja uit droge streken (kom maar eens bij die van ons kijken). Ik wil maar zeggen, de ene koe is de andere niet. Er zijn heel veel koeien, die nooit een grasspriet zien, die voornamelijk graan, mais en soja eten. Die hebben inderdaad een heel slechte ecologische voetafdruk, maar dat geldt dus niet voor alle koeien.

Ik heb de opmerking over de energiebelasting niet behandeld, want ik weet het gewoon niet, maar ook hier heb ik het idee dat appels met peren worden vergeleken. Ik heb wat vragen uitgezet, dus wordt vervolgd

donderdag 3 november 2011

Voedselveiligheid

Zie: www.hoeveelsuikerziterin.nl
Zojuist heb ik met een half oog naar een filmpje over voedselveiligheid gekeken. Met een half oog omdat ik ernstig werd afgeleid. Ik heb namelijk zo mijn ideeën over dingen - lang niet over alles gelukkig - en soms leiden die ideeën ernstig af. Ditmaal werd ik dus weer eens ernstig afgeleid want over voedselveiligheid heb ik ernstig afwijkende ideeën

Bij voedselveiligheid gaat het bijna altijd over zaken waar je acuut ziek van wordt. In een heel enkel geval wil het nog wel eens over een vreemde stof gaan waar je op termijn een aandoening van kunt krijgen (dioxine, pcb's, groeihormonen), maar meestal gaat het over ziektekiemen zoals salmonella, listeria en ander microbiëels.

De gemene deler is dat het zaken zijn die onbedoeld in het eten zitten. Niet dat clenbuterol zomaar spontaan in vlees terecht komt of dat antibiotica die leiden tot resistente bacteriestammen tot de natuurverschijnselen gerekend kunnen worden, maar ze worden niet toegevoegd opdat we deze zaken consumeren.

Kilo's lichter
De EU pompt miljarden in de landbouw of in de voedingsindustrie, dat wordt me nooit helemaal duidelijk, om de voedselveiligheid te verhogen. Daarbij gaat het met name om hygiëne en dat snap ik niet zo goed. Natuurlijk is het erg dat er mensen doodgaan aan een salmonella-infectie of listeria, maar goed beschouwd komt dit maar heel weinig voor. De meeste mensen komen met de schrik vrij en zijn na afloop wat kilo's lichter.

Tegenover die betrekkelijk zeldzame gevallen staat een enorme toename van mensen met overgewicht en obesitas. Dit leidt tot tal van aandoeningen die ertoe leiden dat mensen eerder dood gaan en minder jaren in goede gezondheid slijten. Dat dit de maatschappij veel geld kost en veel ellende oplevert zal duidelijk zijn.

Voor een deel wordt de toename van overgewicht veroorzaak door het kwistige gebruik van suiker. Suiker dat men vaak ongemerkt binnenkrijgt in de vorm van sluipsuiker. Ongemerkt, bijvoorbeeld omdat je niet verwacht dat er suiker in de zoutjes zit of omdat de verpakking gezondheid suggereert of omdat er vertrouwenwekkende labels op staan. Je zou verwachten dat de overheid daar tegen optreedt en mensen helpt een bewuste keuze te maken (een 'echte bewuste keuze). Immers je mag verwachten dat de grootste problemen de meeste aandacht krijgen, maar helaas. En waarom? We kunnen slechts gissen.

Al met al blijft het raar dat er wel veel aandacht is voor onbedoelde ziekmakers, maar dat elke fabrikant met een gerust hart suiker mag toevoegen.

woensdag 2 november 2011

Vette hulp

Gisteren stuitte ik op een oud artikel, waarin werd gesteld dat het eten van vet, van vlees werd aangeprezen als een goede remedie tegen overgewicht. Maar ik aarzelde. De beweringen waren wel heel stellig en zojuist had ik op de radio gehoord dat het mooie van internet is dat alles gecheckt kan worden. Maar hoe zou ik een vinger moeten krijgen achter het waarheidsgehalte van een aantal stellige stellingen. Zoals..
De westerse mens wordt dikker en dikker. Al 25 jaar voeren voedseldeskundigen met de overheid in hun kielzog campagne tegen het eten van vet. Zoete drankjes, repen en boterhammetjes leveren een wilde piek in het bloedsuikergehalte op, waaraan iemand die geestelijke arbeid of lichte lichamelijke inspanningen verricht helemaal niets heeft.


..Het percentage Nederlanders dat echt te dik is (de lijders aan obesitas), is gestegen van vijf tot tien procent. In de Verenigde Staten liggen de vetzuchtpercentages nog veel hoger, maar wij zijn bezig met een inhaaloperatie.

We zijn niet alleen dikker dan ooit; het aantal hartaanvallen neemt ook toe en type-a-diabetes, vroeger ouderdomssuikerziekte genoemd, wordt algemener en komt tegenwoordig zelfs bij vijftienjarigen voor. Het merkwaardige is dat de adviezen van overheden, artsen en diëtisten om vetarm te eten wel degelijk zijn nageleefd.


Complotdenken
Een wel gemikte verwijzing naar een onderzoek, statistiek of dataset zou mijn geloofwaardigheid totaal kunnen ondermijnen en dat zou niet handig zijn. Een klein probleem is bovendien dat het artikel al bijna tien jaar oud is.

De auteur (Marc Roele) neemt verder de voedingsindustrie zwaar onder vuur en dat voedt de verdenking dat hij niet vrij is van complotdenken:

Precies een kwart eeuw geleden besloot een commissie van de Amerikaanse Senaat dat iedereen die ouder is dan twee jaar minder vet zou moeten eten. De levensmiddelenindustrie was maar wat blij met aanbevelingen van de overheid om vetarm te eten. De verkoop van vet was allang geen vetpot meer. Opeens kon men duizenden nieuwe producten op de markt zetten: vetarme koekjes, chips en toetjes. Vet in margarine werd vervangen door water - een goedkoper ingrediënt dat voor een hogere prijs kon worden verkocht. Vetvervangers, zoals Olestra van Procter & Gamble, zijn ook goudmijntjes. Van alle producten in de voedingsmiddelenindustrie is de winstmarge op slanke producten het hoogst, gevolgd door die op koolhydraatrijke producten (sportdrankjes, vruchtensappen, chips en repen). Ons drinken is tegenwoordig zo volgestampt met koolhydraten dat een hongerstaker die veel zoete drankjes plus de broodnodige vitaminen tot zich neemt het risico loopt om aan zwaarlijvigheid te overlijden.

Hulp uit onverwachte hoek
Enfin het probleem was dus dat het hele verhaal koren op mijn molen is, het is een mooie samenvatting van wat ik zelf ook al zo lang beweer, maar ergens voelt het ook wel als glad ijs. Immers, wat weet ik van de juiste verhouding tussen omega 3 en 6 vetzuren in vet. Gelukkig echter kwam er vandaag hulp uit onverwachte hoek.

Grist publiceerde een interview met een man die zijn sporen heeft verdiend bij grote voedingsbedrijven als General Mills en Nabisco. Bruce Bradley wijst in een nieuwe blog op de groter veranderingen die hebben plaatsgevonden in de levensmiddelenbranche. Als gevolg van de toegenomen macht van aandeelhouders en grootgrutters vond in de sector een consolideringsslag plaats en is heel erg in de kosten gesneden. De gevolgen:

This has hurt our food supply in many ways. First, huge, multinational food companies now dominate the landscape. Wielding far greater lobbying power and much deeper pockets, these companies have been very successful in stagnating food regulation. Second, cost savings have been a key profit driver for the industry, but they've had a devastating impact on both food quality and food safety. Think factory farming and GMOs, just to name a couple of examples. Third, as consumers' health concerns have increased, processed food manufacturers have become even more aggressive in making dubious health claims or co-opting fad diets to market their brands and develop new products.

Enfin, ik neem het risico maar, want het klinkt allemaal even logisch als desastreus. Ik sta niet honderd procent in voor het feit dat alles voor de volle honderd procent klopt, maar het levert in elk geval stof tot nadenken.



dinsdag 1 november 2011

Vetfobie

Recent was ik aanwezig bij een workshop waar verschillende soorten varkensvlees werden gepresenteerd. Het was de bedoeling van de organisatie om ons te overtuigen van de kwaliteit van het vlees en de producten die ervan werden gemaakt. Een tenger meisje dat bij de Keurslagersvereniging werkt, gruwde zichtbaar van alles waar een beetje vet aan zat. Een typisch geval van miscasting dus.

Maar het is ook wel te begrijpen. Vet is iets wat je moet leren waarderen. Dat vet lekker zou kunnen zijn, dat het smaak geeft aan gerechten en producten, komt maar bij weinigen op. Sterker nog, vet is eng, gevaarlijk, een instrument van de baarlijke obesitasduivel.

En niemand die daaraan twijfelt. Immers het NRC en het Voedingscentrum zeggen het zelf... Tel daarbij op de reclame voor lightproducten, fruitsappen zonder vet en industriële broodsmeersels die voor de helft uit water bestaan en waarvan je niet alleen sexy, succesvol, sportief en welstandig wordt en het is niet meer dan logisch dat Nederland massaal kiest voor magere melk, dito vlees en andere vormen van smakeloosheid.

Volksempfinden als kompas
Je moet van goede huize komen om je te keren tegen de communis opinio, de stem des volks, overheidsdecreten, directieven en wat dies meer zij. Wetenschap hebben we immers afgedaan als ' een meninkje' en 'dubbelblind gerandomiseerd onderzoek' wordt zelfs door de baas van het RIVM weggezet als orthodox wetenschapsfundamentalisme. Het Volksempfinden is ons kompas.

Ook ik heb lang gedacht dat vet vies was. Die gele klonten tussen het draadjesvlees bij oma, we keken er naar en weigerden ervan te proeven. Dat heb ik volgehouden totdat ik tussen Nis en Belgrado een coupé deelde met mensen die zich verbaasden over het feit dat we een treinreis maakten zonder meegebracht eten. Maar zoals dat gaat in de Balkan, we werden meteen geadopteerd en moesten delen in wat ze zelf voor lekkers hadden meegenomen, zoals brood met ingebakken kaantjes.

Onze meest sjofele 'adoptie-ouder' toverde uit een stuk krantenpapier een complete gekookte ham tevoorschijn. Hij sneed daar een dikke plak van af met een vetrand van minstens 2 centimeter. Omdat ik goed ben opgevoed kon ik niet weigeren en snapte ik dat ik ook het vet moest opeten. Om er snel vanaf te zijn begon ik dus maar het de rand vet. Het was zoveel dat ik er wel op moest kauwen en dat maakte dat ik het ook echt proefde. Het bleek niet minder dan een openbaring. Het was een regelrechte geconcentreerde samenvatting van de smaak van de ham. Goddelijk.

Sindsdien proef ik alle vet met aandacht en snap ik helemaal niets van de vaderlandse voorliefde voor alles waar mager voor staat.