Denk niet dat ik poog de controverse op te rakelen tussen het belang van de bescherming van boerenbelangen enerzijds die van dieren anderzijds. Het gaat me om iets geheel anders.
De Dierenbescherming werkt met een systeem van sterren om aan te geven in hoeverre het welzijn van de dieren (kippen, varkens en runderen) is gewaarborgd. Dit is een heel mal systeem want kippen waarvan de snavel wordt weggeknipt komen gewoon in aanmerking voor één of twee sterren. Ierse runderen die op metalen roosters staan en waarvan de stieren na zes maanden zonder verdoving worden gecastreerd hebben volgens de Dierenbescherming óók recht op een ster, hoewel dat volgens hun eigen normen niet kan. Maar ach, 's Lands vaderlijke vaderlandse grootgrutter meneer Heijn wil het zo graag en waarom zou je dan moeilijk doen?
Heel eenduidig ja en nee
De vraag is of er eventueel ook Nederlands rundvlees is dat in aanmerking komt voor een of twee sterren en dat wél aan de eisen van de dierenbescherming voldoet. Het antwoord is heel eenduidig ja en nee.
Ja, want er zijn heel wat boeren die hun dieren heel wat meer welzijn gunnen dan de Ierse hofleveranciers van onze pure en eerlijke Albert Heijn en nee want ze krijgen van de Dierenbescherming geen enkele ster.
De motieven zijn zo logisch als bureaucratisch logisch kan zijn. Het punt is dat de standsorganisatie LTO voor kippen, varkens en kalveren wél de ketens controleert en voor runderen niet. De reden is de rundvlees in Nederland een relatief kleine sector is. Dus - dit woord suggereert een rationele en vooral logische gedachtegang, maar laat u niet in de luren leggen - kent de Dierenbescherming Nederlands rundvlees dat ruimschoots aan haar eisen voldoet geen enkele ster toe, maar komt Iers rundvlees dat überhaupt niet aan de normen voldoet wél in aanmerking voor het beter leven keurmerk.
Dat is dus slecht voor de dierenbelangen en voor de belangen van Nederlandse boeren. Ja, vaker dan we denken lopen die gewoon parallel.
Het is ook slecht voor de belangen van de Dierenbescherming, want die heeft een smetteloze reputatie en, zoals we allen weten, zijn dat zaken die op kouzenvoeten komen en te paard verdwijnen. Wat vooral ook zo naar is, is dat boeren die het goed doen op oneigenlijke wijze op achterstand worden gezet en dat boeren en grootgrutters die het niet zo nauw namen met de leefcondities van vee een oneigenlijk concurrentievoordeel in de schoot geworpen krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten