dinsdag 30 september 2014

Gratin Dauphinois of de mysterieuze verdwijning

Er zijn zo van die klassiekers die lang geleden tot je eigen ijzeren repertoire behoorden, maar op een of andere manier zijn ze van het toneel verdwenen.

Soms vraag je je af waarom je het zo vaak gemaakt hebt, maar in andere gevallen lijkt er eerder sprake van een mysterieuze verdwijning.

In ons geval gaat dat op voor de gratin dauphinois, simpel te maken en eigenlijk vindt iedereen het lekker.

  • 2 teentjes knoflook, gekneusd, maar niet gepeld
  • 200 g geraspte kaas
  • 25 cl melk
  • 25 cl room
  •  boter
  • 2 blaadjes laurier
  • 2 takjes tijm
  • 1 takje rozemarijn
  •  nootmuskaat
  •  peper
  •  zout
  • 600 g aardappelen (vastkokend)
Doe de melk en de room in een steelpan. Gebruik evenveel melk als room.
Voeg er de rozemarijn, de gekneusde en ongepelde teentjes look, de laurier en de tijm toe. Kruid het mengsel met voldoende peper van de molen, een zout en vers geraspte nootmuskaat.
Verwarm het mengsel op een zacht vuur en laat alle kruiden hun smaak afgeven aan de room en de melk. Het mengsel mag heet worden, maar het hoeft niet te koken.
Schil de aardappelen en snij ze vervolgens in dunne plakjes van ongeveer 3 mm. Gebruik hiervoor een mandoline of snij de plakjes zorgvuldig met een scherp mes.
Smelt een klontje boter en smeer hiermee de binnenzijde van de vuurvaste potjes in, met behulp van een keukenpenseel. Leg in elk potje een portie aardappelschijfjes, dakpansgewijs over elkaar. (Vul de potjes voor ongeveer 2/3 met aardappel.)
Het kan ook in een grote ovenschaal, maar hou er dan rekening mee dat de bereidingstijd ongeveer eenderde langer is.
Zeef het mengsel van melk en room. Schenk daarvan een portie in elk potje met aardappelschijfjes. (Zodat alle aardappelschijfjes onderstaan.)
Werk elk potje gratin af met een flinke dot gerapste kaas.
Plaats de potjes in de oven (voorverwarmd op 160°C). Laat ze zo’n 25 à 30 minuten garen, tot er een goudbruin kaaskorstje op ligt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten