donderdag 5 maart 2015

Het giet braadpannen

In de Volkskeuken maakt Marcus Huibers gewag van braadpanwatchers. Deze zouden hebben geconstateerd dat de markt voor gietijzeren braadpannen volledig is ingestort. Werden er in 2000 nog 40.000 verkocht, in 2013 gingen er nog maar 10.000 over de toonbank.

Misschien klinkt dat zorgelijker dan het is. Toen wij met de cijfers werden geconfronteerd voelden we ons geroepen om een hartstochtelijk pleidooi af te steken over de zegeningen van het langzaam stoven van vlezen.

Een later realiseerden we ons dat we zelf nog maar twee kleine gietijzeren braadpannen hebben sinds de grote op spectaculaire wijze de geest gaf. Hoewel we die grote vrijwel dagelijks gebruikten is hij nooit vervangen.

Geluidsbarrière-achtige knal
De reden is dat spectaculaire einde. We dachten altijd dat zo'n pan het eeuwige leven heeft, maar soms gaan ze gewoon stuk. Nou ja, gewoon... na een geluidsbarrière-achtige knal bleek de bodem gescheurd en lekte de inhoud op een sputterende gasvlam.

Gietijzer heeft uiteraard zijn charme, maar wij zijn inmiddels bekeerd tot gietaluminium. Ziet er ook mooi uit, heeft geweldige kookeigenschappen, is stukken lichter en nog heel betaalbaar ook. Of er jaarlijks 30.000 van verkocht worden weten we niet, maar stiekem hopen we dat wel. Naar verluidt gaan goede gietaluminium pannen heel, heel erg lang mee en kunnen ze veel vormen van mishandeling* weerstaan..

Wij zijn zelf gecharmeerd van de pannen van Crafond. De stoofpannen van dit merk kunnen worden gecombineerd met een andere lage pan die zonder enig probleem in de Aga, houtkachel of op de barbecue kan. Ze hebben bovendien een heel erg duurzame keramische anti-aanbaklaag en zelf die hebben we leren waarderen.

______________

*) We verwachten u over 23,5 jaar te kunnen vertellen of gietaluminium langer meegaat dan gietijzer, dus even geduld s.v.p.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten