maandag 27 juni 2011

Louter toeval

Gisteren werd ik gewezen op een item over antibiotica van een diervoedingsfabrikant. Maar, daarover een andere keer meer. Bedacht me daarbij dat het een merkwaardig toeval lijkt dat Nederland zo hoog scoort als het gaat om veterinaire antibioticaconsumptie en zo laag als het gaat om producten met een geografische oorsprongsbenaming (BOB).

Waar andere landen aan halve telefoonboeken nog niet genoeg hebben, komen wij niet verder dan 9 producten met een Europese erkenning. Voor degene die het niet wil geloven haal ik even de officiële site aan: "Nederland heeft tot nu toe 9 producten met een Europese erkenning: 5 producten die een beschermde oorsprongsbenaming (BOB) hebben, 3 producten met een beschermde geografische aanduiding (BGA) en 1 product met een Gegarandeerde Traditionele Specialiteit (GTS)."

Negen is toch wel een beetje schamel voor een land dat bol staat van de Goudse stroopwafels, Zeeuwse roomboterbabbelaars en Arnhemse Meisjes. Producten die overigens niet op de lijst voorkomen.

Wat er wel op staat zijn de volgende producten:
-Opperdoezer Ronde (BOB)
-Boeren Leidse met sleutels (BOB)
-Kanterkaas, Kanternagelkaas, Kanterkomijnekaas (BOB)
-Noord-Hollandse Edammer (BOB)
-Noord-Hollandse Gouda (BOB)
-Westlandse Druif (BGA)
-Boerenkaas (GTS)
-Edam Holland (BGA)
-Gouda Holland BGA


De oplettende lezer zal bij de Noord-Hollandse Edammer de wenkbrauwen fronzen, want hebben we soms ook nog een Edam in Zuid-Limburg of Zeeland? Daar is dus sprake van een merkwaardig pleonasme. Noord-Hollandse Gouda vervolgens riekt al helemaal naar fraude en bedrog, maar dan hebben we het nog niet eens over Edam Holland en Gouda Holland. Dat zijn dus kazen die in elke willekeurige Nederlandse fabriek geproduceerd kunnen worden en die niks meer te maken hebben met de omgeving van plaatsen als Gouda en Edam.

Dus eigenlijk zou je het lijstje net zo goed kunnen inkorten tot vijf, waarbij ik de Westlandse druif het voordeel van de twijfel geef en waarbij aangetekend moet worden dat de boerenkaas in de gevarenzone verkeert, want de bond van zuivelbereiders heeft bedacht dat ook deze kaas wel een pasteurisatieproces mag ondergaan. Weg specifieke smaak en weg Europese bescherming - als het aan mij ligt.

Bijna de helft van het lijstje wordt dus ingenomen door fletse fabrieksproducten. Fabrieksproducten die dus meeliften op het sympathieke imago van ambachtelijke, kleine, eerlijke producten. Ik kan me niet voorstellen dat het register daarvoor was bedoeld. Wat ook raar is, is dat bijvoorbeeld Polen er wel in slaagt om gruwelijke margarinebaksels op de lijst te krijgen en wij niet één bakkersproduct op de lijst hebben staan. Geen banketstaaf, geen speculaas, geen weespermop of Fries Dûmpke (of hoe heten die dingen). Maar ook geen jenever uit Schiedam of Goudse kaas uit Gouda c.q. het Groene Hart of die lekker stinkende Limburgse rommedoe.

Hoe dat komt, wordt duidelijk als je kijkt uit wie de adviescommissie van de AGOS bestaat (van de site van de AGOS): De Adviescommissie AGOS is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Productschappen, de FNLI en het CBL. Het AGOS is de club die de Nederlandse streekproducten aan hun Europese bescherming moet helpen.

Dat zijn dus grote fabrikanten en grootgrutters en die hebben geen enkele behoefte aan leuke kleine producten in hun schappen. Die zitten echt niet te wachten op Arnhemse meisjes uit Arnhem of Zeeuwse Roomboterbabbelaars uit Zeeland én met roomboter en stel je voor dat de banketstaaf van overheidswege niet meer zou mogen bestaan uit een margarinebaksel met bonenvulling...

Het AGOS is op internet overigens haast niet te vinden. De pagina van het ministerie zelf maakt de bezoeker ook al niet echt duidelijk hoe je een product kunt beschermen en verwijst zelfs niet naar het AGOS.

Het lijkt wel een actief ontmoedigingsbeleid met de belangen van de grootgrutters en grootproducenten in het achterhoofd. Je zou van een overheid in een parlementaire democratie verwachten dat David tegen Goliath wordt beschermd. Maar het lijkt er eerder op de de lobbyisten de agenda bepalen en dus zijn winstmarges en dividenden belangrijker dan culinaire diversiteit of in het geval van antibiotica de volksgezondheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten