Gisteren de lekkerste rode kool ooit gemaakt. Nou ja, laat ik bescheiden blijven: niet op wereldschaal of nationaal, zelfs niet regionaal, maar op de schaal van Lex. Eigenlijk was het allemaal weer heel simpel. Ik heb alles precies zo gedaan als ik altijd al deed, alleen gebruikte ik in plaats van boter schmalz of te wel kippenvet.
Dat vet had ik zelf gewonnen toen ik soep maakte van twee van mijn haantjes. Ik had in een bouillonrecept gelezen dat het handig is om kip voor te bruinen in de oven en daarbij het vet op te vangen, dat te filteren en te bewaren in een potje voor later gebruik. Het voordeel is dat je dan de bouillon niet eindeloos hoeft te ontvetten, het levert je mooi vet op voor braaddoeleinden en het is lekker duurzaam.
In de joodse keuken staat kippenvet bekend als schmalz en er kan weinig tegenop. Het maakt de rode kool in elk geval stukken lekkerder dan normaal.
Het toeval wilde dat ik dit weekend van een goede vriend een potje Gänseschmaus kreeg. Dat is ganzenvet met kaantjes en lijkt daarmee erg op Sschweineschmalz met kaantjes (Grieben in het Duits). We kennen Schmalz in Nederland wel als reuzel, maar erg populair is het hier niet. Duitsers eten het graag bij de borrel op een snee van dat zware Duitse brood. En ik kan het iedereen aanraden. Denk maar eens aan al die suiker die je ongemerkt binnenkrijgt als je de volgende keer in Duitsland bent en bestel Brot mit Schmalz voor naast de witte wein of bij het bier. We moeten maar een af van die idiote vetfobie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten