woensdag 28 maart 2012

Regelverslaving

Afgelopen vrijdag hoorde ik weer iets dat me ernstig op het hoofd deed krabben. Een visser in Gorinchem verdient momenteel goed aan de verkoop van Amerikaanse rivierkreeften die hij in de Alblasserwaard vangt. Een duidelijke win/win-situatie. De betreffende rivierkreeft is een invasieve soort die een bedreiging vormt voor de biodiversiteit in de sloten en het is dus mooi dat deze visser ze bestrijdt.

Maar... het mag niet. Dat wil zeggen het is verboden omdat er niet regulier op gevist mag worden omdat daar nog geen regelgeving voor is. Dat lijkt me dus een duidelijke lose/lose/lose-situatie. Verlies voor de natuur, het gezond verstand en in financieel opzicht.

De man van de pony's
Iets soortgelijks zie je bij de RUB. Dit is een heel merkwaardig fenomeen. Kort door de bocht komt het erop neer dat er een lijst is van stoffen die worden gedoogd als gewasbeschermingmiddel. Het zijn onder andere stoffen die normaliter worden gebruikt voor andere doeleinden. Producten die op de lijst staan zijn bier (tegen slakken), was, melk en keukenzout. Het is de bedoeling dat die lijst wordt afgeschaft en dat het zodoende niet langer is toegestaan om bier te gebruiken om slakken mee te bestrijden tenzij er een aanvraag wordt ingediend om bier officieel goedgekeurd te krijgen als gewasbeschermingsmiddel.

Bleeker, de man van de pony's, heeft inmiddels besloten dat de lijst tot 1 januari 2014 mag blijven bestaan, maar daarna is het toch echt over en uit. Dan wordt het illegaal om onder meer spullen die geschikt zijn voor menselijke consumptie te gebruiken om schimmels bij planten te bestrijden. Voor veel biologische bedrijven is dat een groot probleem, voor veel chemische concerns is het, zacht gezegd, geen probleem. Die vinden gebruik van bijenwas als wondafdekkingsmiddel een vorm van concurrentievervalsing.

Iemand stelde voor dat consumenten een soort verklaring zouden moeten kunnen tekenen om aan te geven dat je als klant toestemming geeft voor gebruik van deze middelen voor jouw voedsel. Behalve dat dit praktisch tamelijk onuitvoerbaar is, kan ik er ook slecht tegen omdat het een knieval is. Dat we wederom ermee instemmen dat we iets wat volkomen normaal als uitzondering gaan beschouwen. Het is al gek genoeg dat er keurmerken zijn om aan te geven dat een product níet tot stand is gekomen door inzet van kinderarbeid of een andere vorm van uitbuiting of dat het dier in kwestie slechts in redelijk beperkte mate is gemutileerd (scharrelkip met 1 ster, maar zonder snavel, sporen en bewegingsruimte).

Trouwens, als bier officieel wordt toegelaten voor de bestrijding van slakken, moet dat dan ook worden vermeld op de flesjes? Ja, Heineken staat vast al te popelen om een toelating aan te vragen bij het CTGB.


Lekker eten is gezond

Voeding en gezondheid; ik vind het een gevaarlijke combinatie. Zo moet je het ene jaar aan de anti-oxidanten tegen de veroudering, maar het volgende jaar krijg je er gezwellen van. Jarenlang eet je tegen heug en meug verse tomaat, blijkt ineens dat je alle gezonde stofjes in die tomaat alleen maar binnenkrijgt als je er eerst ketchup of sugo van maakt. Van vlees eten wordt je een gecertificeerde hufter, maar dat blijkt slechts uit de fantasie van meneer Stapel te zijn ontproten. Na al die jaren van vetverbanning blijkt ook dát nogal onzinnig. Onderzoek dat aantoont dat wijn goed is voor hart en vaten, blijkt wishfull science van een alcoholist te zijn...Vandaag las ik nog ergens dat transvetten agressief maken... inderdaad, de Konditorei staat van oudsher bekend om haar agressieve cliëntele...

Ik vrees echter dat het effect van eten op de gezondheid zelfs voor de moderne wetenschap te complex is. Een terrein vol voetangels en klemmen dat zich slecht niet voor stellige uitspraken. Illustratief is "The French Paradox". "Die" Fransen doen immers alles wat het Voedingscentrum verbiedt, maar ze schijnen er niet onder te lijden en staan bovenaan in alle internationale gezondheidsstatistieken.

Brokstukjes oertijd
Volgens mij toont dit aan dat een mens* veel meer is dan een simpele chemische fabriek. Gezond eten is niet louter een kwestie van de juiste nutriënten in de juiste hoeveelheden verorberen. Als het zo simpel was, dan zou de schijf van vijf (of vier) ook niet zo aan modes onderhevig zijn en was het Franse volk allang exterminé.

Mijn onvoorzichtige inschatting - veel meer een gevoel dan doorwrochte wetenschap - zegt me dat we vooral lekker en gevarieerd moeten eten. Dat we er goed aan doen er tijd in te steken in de vorm van inkoop, bereiding en consumptie. Ik geef toe dat het allemaal wat vroom klinkt, maar niettegenstaande het feit dat we soms een verlengstuk lijken van gadgets als smartphones, iPads en automobielen en dat we ons voordoen als wereldwijze kosmopolieten, zijn we niet veel meer dan een evolutionair bepaald wezen. Onze ratio loopt nog dagelijks stuk op brokstukjes oertijd

Op een stoel voor een scooter
Zo zijn we nog steeds bang in een donker bos en reageren we vaak erg primitief of kleine behaarde diertjes of alles wat op een slang lijkt. Ooit waren die 'schrikreacties' nuttig en werden de wouden bewoond door wolven, beren en echt enge macho's. In dat donkere Afrika, waar we vandaan komen, stikte het van dieren en diertjes die het betalen van een pensioenpremie in een klap overbodig maakten. Maar in onze aangeharkte moerasdelta heb je niks aan die angsten. Nu kunnen we beter bang zijn voor voertuigen met een explosiemotor. Toch heb ik nog nooit iemand op een stoel zien klimmen omdat er een scooter in zicht kwam.

Vanaf het ontstaan van de mensheid tot relatief kort geleden was de gemiddelde mensen nagenoeg al zijn tijd kwijt aan eten. Zoeken, jagen, opslaan, zaaien, verwerken, bereiden en ga zo maar door. Je kunt gevoeglijk aannemen dat dat net zo in ons systeem zit verankerd als de angst voor muizen en spinnen. Dat we met andere woorden ook rekening moeten houden met de psychologische, neurologische en sociale aspecten van voeding. En misschien verklaart dat zowel de French paradox als ook het feit dat alle inspanningen om 'ons' gezonder te laten eten op niets uitlopen. Want is het niet zo dat Fransen veel tijd en aandacht aan eten besteden, dat ze respect hebben voor mooie producten en culinaire prestaties? En alle die inspanningen om ons gezond te laten eten hebben een ding gemeen, ze gaan helemaal voorbij aan het feit dat eten niet alleen een kwestie is van nutriënten, mineralen en andere stofjes, maar datt het ook een sociale bezigheid is die diep verankerd zit in onze hypothalamus.

Dus besteed vooral veel tijd aan eten, maak het lekker en onthoud, lekker eten is gezond.

Lex

NB Vervelend of een aangename ondersteuning... ik kies toch voor het eerste: sinds zaterdag veel aandacht voor een onderzoek van Remko Kuipers, dat mijn verhaal stevig schraagt.

*Dieren vormen geen uitzondering, maar voor hen is eten meestal nog steeds topprioriteit-nummer-1

donderdag 15 maart 2012

Eet de bloemetjes buiten

Gisterochtend hoorde ik iets wat me de hele dag een goed humeur heeft bezorgd. Er blijkt in Nederland en groep boeren te bestaan die iets heel leuks gaat doen met en voor varkens. Lupinevarkens in dit geval. Dat zijn varkens die voornamelijk leven van lupine, een plant die menig stadtuintje opsiert, maar die ook heel veel eiwitten levert en zodoende een heel goed alternatief is voor soja.

Op zich is dat toch wat te weinig om mijn ochtendhumeur te laten verdwijnen. Zo'n varken dat zijn hele - korte - leventje in een stal doorbrengt, nooit daglicht ziet om uiteindelijk van dat bewegingsarmoedige vlees op te leveren, is natuurlijk niets iets om heel blij van te worden. Het zal dat varken zelf ook weinig uitmaken of zijn brokken zijn gemaakt van soja of lupine.

Lupinevarkens zonder steriel keurmerk
Maar gelukkig zit er een hele filosofie achter dit lupinevarken, althans zoals mijn zegsman dit ziet. Hij wil namelijk dat akkerbouwers zoals hijzelf varkens gaan houden. Niet binnen, maar buiten en niet in koppels van minimaal 5.000 exemplaren, maar op een meer menselijke schaal. Daarnaast is hij van mening dat de boer weer zichtbaar moet worden, dat werkt immers veel beter dan zo'n steriel keurmerk. En last but not least zou hij het liefst werken met het oorspronkelijke Nederlandse landvarken.

Dat laatste is helaas uitgesloten, want die dieren zijn officieel uitgestorven. Maar goed er zijn andere rassen die geschikt zijn voor een fijn buitenleven en die heerlijk vlees opleveren, zoals de bonte bentheimer.

Mij stemt dit alles vrolijk omdat het perfect aansluit bij de gedachte dat écht duurzaam veel meer is dan biologisch of diervriendelijk of fairtrade of.... Echt duurzaam is namelijk geen kwestie van of/of, maar van en/en. De varkens die de akker afstruinen naar wat eetbaars verbeteren de bodemstructuur, eten de wortelonkruiden op en bemesten de akkers. Niet alleen is dat heel ecologisch, maar het leidt ook nog eens tot lekkerder vlees en verhoging van het dierenwelzijn. Doordat ze lupine eten van het eigen bedrijf is er sprake van een gesloten stikstofkringloop hetgeen goed is voor vermindering van de emissies.

Dat de boer gaat fungeren als merk tenslotte is ook een goede zaak, maar daarover een andere keer. Verder zou het mooi zijn als er lokaal geslacht kan worden, maar ook dat verdient wat meer uitdieping.




woensdag 7 maart 2012

Mensen met een deeltijdgeweten

Op Food for Food ontleedt Edwin Palsma de dilemma's waarvoor Albert Heijn zich gesteld ziet. Zoals bekend, is de grootgrutter niet van plan het voortouw te nemen als het gaat om het afscheid van de plofkip. Het is een beetje jammer dat de kruidenier dat zelf wat knullig heeft toegelicht - Edwin doet dat beter, maar het komt erop neer dat als zij dat als enige supermarkt doen en straks alleen nog maar dure (uh, minder spotgoedkope) kippen gaan verkopen, de consument hard naar de concurrent holt en we niet veel later een andere marktleider hebben. Dus, no can do.

Dat is allemaal logisch genoeg, maar even later betoogt Edwin dat in deze discussies thema's figureren die tegenstrijdig zijn. Zo zou dierenwelzijn ten koste gaan van het milieu. Maar is dat nou wel zo?

Het is inderdaad een feit dat er een probleem ontstaat als we massaal overstappen op vlees van dieren die een goed leven hebben gehad, zorgvuldig, lokaal zijn geslacht, die de ruimte hebben gehad, die niet met soja zijn vetgemest en toch niks mogen kosten omdat we allemaal elke dag een flink stuk vlees op ons bord willen zien. Tja, dat gaat natuurlijk niet. Vooral niet als we vinden dat we ook nog een beetje sociaal moeten zijn en dat de boer best wat meer mag verdienen dan net iets meer dan niks.

Toegepaste schizofrenie
Ecologisch bewust je eten kopen, maar je niets gelegen laten liggen aan dierenwelzijn, fairtrade principes etc. Mij lijkt dat een vorm van toegepaste schizofrenie, iets voor mensen met een deeltijdgeweten. Het heeft ook niks met duurzaam te maken, want dat is niet of/of, maar en&en. Duurzaamheid is een holistisch principe en dat maakt het misschien wel wat lastig, maar such is life. Het is dus het een doen en het ander niet laten.

In feite zegt Edwin het zelf ook al. "[Er moet] een balans worden gevonden tussen dierenwelzijn en milieubelasting. Daarvoor zal ook gekeken moeten worden naar de vleesconsumptie zelf. Natuur & Milieu is hiervoor al een campagne begonnen (www.ikbenflexitarier.nl). Afstemming van deze verschillende initiatieven zou gewenst zijn." Alleen wel jammer dat Natuur&Milieu op haar site hybride producten aanprijst waarvoor vlees uit de bio-industrie wordt gebruikt. Wij van MijnKoeJoiuwKoe/De Vrije Koe, snappen daar uiteraard niets van. Ons credo is, liever minder vlees eten, maar dan wel vlees dat echt aan alle eisen voldoet.

dinsdag 6 maart 2012

AH omarmt Eetwijzerfilosofie

Wat begon als een beetje een doordeweekse maandag van het soort waarbij je je een filiaalhouder te Vledder voorstelt, veranderde ineens in een glorieuze dag. Ik kreeg namelijk het volgende stukje tekst te lezen:

"Onze klanten gaan ervan uit dat onze producten voldoen aan de wet. Het logo van Fair Produce biedt geen meerwaarde. Volgens de AH-woordvoerder: "Ik plak op mijn auto ook geen sticker dat ik mij aan de maximumsnelheid houd".

Het is een soort small-step-for-a-man/giant-leap-for-mankind-quote, want hier wordt niet zomaar wat gezegd. Dit betekent een resolute voedsellandrevolutie.

Zand erover
AH zegt in feite dat ze stoppen met al die verwarrende logo's, dus exit Dierenbeschermingssterren, want dierenwelzijn is een vanzelfsprekendheid en natuurlijk zijn we Puur en Eerlijk, stel je voor zeg. Dat er boter is gebruikt en geen ranzige margarine voor koek en gebak en geen kleurstoffen en aroma's om iets te verhullen of te suggereren...  En Fair Trade!? Kom op zeg, het is de gevangeniswinkel niet! En de aarde putten we ook niet meer uit, we  plegen geen roofbouw meer op dieren, we worden gewoon ineens ethisch bewust. Het heeft misschien even geduurd en het is misschien een beetje raar dat we dat gedoe met die stickers voor bonafide producten van bonafide producenten zo normaal vonden, maar okay, zand erover.

De bedrijven die nu nog de boel willen bedotten mogen dat best blijven doen, maar zoals in het wegverkeer krijgen ze te maken met een fijne sanctie. Dat wil zeggen, per soort overtreding een duidelijke sticker en die mogen ze dan nog betalen ook. Van dat laatste zullen ze niet wakker liggen, want ze verdienen genoeg aan de uitbuiting van arme stakkers en het gebruik van spotgoedkope surrogaten. Mensen die graag junkfood willen eten, van ons mogen ze, maar per ongeluk junkfood eten is er niet meer bij.

maandag 5 maart 2012

Ministeriële secretie

En toen bedacht mevrouw de minister weer dat we toch maar vooral minder zout en vet moeten gaan eten. Ze gaat het zelfs afdwingen bij de industrie. Niet dat ik daar ook maar iets van geloof, maar het beeld wordt maar weer eens bevestigd dat vet en zout best heel erg zijn.

Tja we consumeren ons suf aan producten die light zijn, 0% vet bevatten, die ineens keigezond zijn omdat er wel twee gram (2 gr) minder vet per 100 gr. product in zit en toch worden we allemaal steeds dikker. Zout is ineens ook zo'n boosdoener. De wetenschap kan geen bewijs vinden dat dat echt zo is, maar de minister weet het beter. Nou ben ik ook geen voorstander van ruimhartig gebruik van zout in bewerkt voedsel en sowieso geen voorstander van prefabfood, meestal is het toevoegen van veel zout een truc om de afwezigheid van smaak te maskeren, maar waarom de minister zich zo druk maakt over zout en vet is me een raadsel.

Suiker, dat zo geniepig aan bewerkt voedsel wordt toegevoegd, lijkt de minister niet te interesseren. En dat terwijl de heersende opinie onder mensen die het kunnen weten is dat dat de echte boosdoener is.

Vet daarentegen staat al jaren in het verdomhoekje, heeft een kwade reuk, dankzij de niet-aflatende inspanningen van het Voedingscentrum, maar geeft wel smaak aan eten en reduceert zo de behoefte aan smaakversterkers zoals suiker, zout en monosodiumglutamaat... Daarnaast fungeert het ook als transportmiddel voor vitamines en mineralen. Maar alle melk is zo ongeveer mager of halfvol en smaakt dus voornamelijk naar water. Supermarkvlees is nagenoeg vetloos en kip blieven we alleen nog maar in de vorm van filet... Aan boter doen we ook al niet meer, nee we smeren plantaardige margarine, halvarine, Lätta. En toch worden we steeds maar dikker.

Dus wat doe je dan, als plan "A" niet werkt? Je haalt dan doodleuk plan "A" uit de kast.

Verder lezen:
Eetschrijver over hetzelfde en Eetschrijver plaatst wat kanttekeningen bij de bevindingen van het RIVM inzake zout...





donderdag 1 maart 2012

Innovatie: hebben we iets gemist?

Eenheidsworst
Soms stuit je op een tekst die je doet vermoeden dat je ongemerkt door een stel aliens voor een paar jaar bent ontvoerd naar een exoplaneet aan de randen van ons zonnestelsel. Je leest, ' Foodinnovatie lijkt wel het toverwoord voor de landbouw, vooral bij t.v-koks en trendwatchers valt dat op.'

Gelukkig eindigt de auteur met een oproep aan boeren en tuinders om de handen ineen te slaan en samen een A-merk te vormen door middel van Foodinnovatie. Maar dat gaat dus nergens toe leiden. Immers, als al die boeren samen een A-merk gaan vormen, dan wordt dat een soort eenheidsworst tussen de eenheidsworsten. Boeren zouden juist moeten inzetten op diversificatie, eigenheid, vakmanschap, hun eigen verhaal, want een A-merk is maar een A-merk zoals Douwe Egberts Roodmerk een A-merk is.

Ontdaan van de dure factor 'mens'
Supermarkten hebben ons wijs gemaakt dat de consument het heerlijk vindt om het hele jaar door identieke producten te kunnen kopen. Dus eten we het hele jaar door asperges, aardbeien, bloemkool, zomergroenten en melk. En het hele jaar door smaken die producten hetzelfde, namelijk naar niks. We - u en ik als consument - schijnen namelijk vooral geïnteresseerd in de minimalisatie van derving, optimale verpakkingseigenschappen en smaakloosheid.

Als ik eerlijk ben geloof ik helemaal niet in Foodinnovatie in de traditionele betekenis. Het is een opvatting immers die alles te maken heeft met een industriële doelstelling, met normeringen en voorspelbaarheid en met het minimaliseren van de afhankelijkheid van de - dure - factor mens c.q. het ambacht. Het maakt ook dat eten in Nederland wordt ontdaan van avontuur, er is niets meer aan te ontdekken, je over te verbazen en je door te laten verrassen. Eten is zodoende tot een low-interest onderwerp geworden.

Van foodinnovatie naar foodrenovatie
Voor een heel grote groep van consumenten zal eten altijd wel een low-interest item blijven, maar er is een groeiende groep consumenten die het zat is om overal en altijd altijd hetzelfde schrale aanbod tegen te komen. Het zijn mensen die weer behoefte hebben aan avontuur op hun bord, die het leuk vinden om over eten te praten, die advies willen van hun groenteman of slager...

Inderdaad, de groenteman en de slager zijn inmiddels al vrijwel uitgestorven en de boer zit verborgen achter een spreadsheet, maar dat wil niet zeggen dat de strijd verloren is. De oplossing ligt m.i. niet in de innovatie van het product. Sterker nog dat verdient eerder een stevige renovatie dan weer een verdere innovatie, daar die slechts leidt tot een nóg grotere uniformiteit en meer kostenreducties. De innovatie zal moeten worden gezocht in de distributie, in het weer beschikbaar maken van ambachtelijke, avontuurlijke producten. Dat is een hele opgave omdat dankzij de snelle opkomst van de supermarkten een hele infrastructuur verloren is gegaan, maar dankzij de nog snellere opkomst van internet en door slim te partneren is er ineens een heel scala aan mogelijkheden.

Wij hebben inmiddels ervaren dat er veel vraag is naar vlees dat authentiek, herkenbaar en herleidbaar zijn, waaraan juist niets is geïnnoveerd, waarvoor een hippe naam uit den boze is. Gelukkig blijken er her en der ook nog ambachtelijke en zelfslachtende slagers te bestaan. Als het aan ons ligt gaan die weer een mooie toekomst tegemoet. Aan ons zal het niet liggen.

Verschijnt ook op eetwijzer.blogspot.com